Wiskunde taal - Reeks 1 - Gemakkelijk
Zet de volgende uitspraken om in wiskundetaal. Het getal dat we niet kennen wordt voorgesteld door x.
De som van een getal en 8
Het product van 9 en een getal.
Het verschil van 23 en een getal.
Het verschil van een getal en .
Het quotiënt van een getal en .
Het dubbel van een getal.
De helft van een getal.
Het kwadraat van een getal.
Het viervoud van een getal.
Een derde van een getal.
Vijf minder dan een getal.
3 meer dan een getal.