elektronenconfiguratie
Hoe de elektronen in een bepaald atoom verdeeld zitten over hoofdniveaus, subniveaus en orbitalen noteren we symbolisch in de elektronenconfiguratie.
SYMBOLEN
- Het eerste cijfer stelt het hoofdniveau voor.
- De letter stelt het orbitaalniveau voor
- Het tweede cijfer stelt het aantal elektronen voor in het vermelde orbitaal of subniveau
- hoofdniveau 1: 2 elektronen
- hoofdniveau 2, subniveau s: 2 elektronen
- hoofdniveau 2, subniveau p: 6 elektronen
- hoofdniveau 3, subniveau s: 1 elektron
spreidingsregel van Hund
Het opvullen van de niveaus en subniveaus gebeurt niet willekeurig maar volgens stijgend energieniveau. Voor elk subniveau betekent dit dat het bij voorkeur wordt opgevuld met ongepaarde elektronen. Deze hebben steeds dezelfde spin (bij afspraak: spin up). Pas wanneer elk gelijksoortig orbitaal bezet is door een elektron worden eventueel doubletten gevormd.