kerktoonaarden
"Zing of speel eens een toonladder".
De kans is groot dat je op deze vraag iets te horen krijgt als do - re - mi -fa - sol -la - si - do.
Deze zogenaamde 'grote tertstoonladder' is een opeenvolging van 7 stamtonen do-re-mi-fa-sol-la-si.
Wanneer we een toonladder zingen, plaatsen we spontaan dezelfde afstanden van hele en halve tonen
op dezelfde plaatsen in de toonladder, met welke toon we ook beginnen.
Zo zingen we 'la - si - do# - re - mi - fa# - sol# - la' zonder te moeten nadenken over toonafstanden.
In de middeleeuwen kende men deze opeenvolging, maar men ging er ander mee om.
In de middeleeuwse kerktoonladders hangt de afstand tussen de tonen niet af van de plaats binnen de toonladder.
Wanneer een toonladder begint met een andere toon dan do worden tonen niet verhoogd of verlaagd.
De volgorde waarin hele en halve tonen elkaar afwisselen hangt dus af van de begintoon.
De reine stemming kent grote en kleine hele tonen, afhankelijk van de plaats in de toonladder.
Een 'juiste' reine stemming in C klinkt vals in een andere toonaard, omdat de verhoudingen niet meer kloppen.
Omdat in de kerktoonladders de afstanden niet afhangen van de plaats in de toonladder kennen ze dat probleem niet. Is de toonladder juist gestemd in C, dan klinken meteen ook alle andere toonaarden juist.