Raaklijnen aan grafiek van g(x)=f(x)+constante
Door in de formule van de waarden van a, b en n aan te passen, krijg je steeds andere grafieken. Door het punt A over de grafiek van f(x) te verslepen, kan je zien hoe de raaklijnen veranderen. Daarna kan je onderzoeken wat het verband is tussen de raaklijnen aan en de grafiek van , waarbij c een getal is (een constante).
- Versleep A. Voor welke x-waarden is de raaklijn horizontaal?
- Stel op de schuifbalk in en onderzoek waar de raaklijn horizontaal is. Doe hetzelfde voor . Wat valt je op aan de punten in de grafiek waar de raaklijn horizontaal is?
- Zorg dat de grafiek getekend wordt, door a, b en n goed te kiezen. Vink aan. Hoeveel ligt punt B boven punt A?
- Vink RaaklijnB aan en versleep punt A over de grafiek. Wat valt je op aan de raaklijnen in punt A en in punt B? Kijk ook naar de vergelijkingen van de raaklijnen (rechtsonder). Vink eventueel Richtingscoëfficiënten aan.
- Verander a, b, c en n en versleep A. Wat gebeurt er met het hellingsgetal (richtingscoëfficiënt) en met het begingetal van de raaklijnen aan een grafiek, als je een constante c bij de grafiek optelt?