Google Classroom
GeoGebraGeoGebra Klaslokaal

Herhalingsoefeningen V trimester 1 schooljaar 2324

Vraag 1

Welke transformatie verandert de grafiek van in de grafiek van

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 2

Zij -2. De periode en bereik van f zijn respectievelijk

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 3

De inverse van de functie is

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 4

De grafiek van heeft als asymptoten

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 5

als een factor is van , met , dan is a gelijk aan

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
  • F
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 6

De som van de eerste vier positieve oplossingen van is

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 7

Een reële veelterm van de vierde graad heeft -1 als nulwaarde met multipliciteit 2. Welke waarden hebben de coëfficiënten ?

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 8

Het domein van is:

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 9

Los op :

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 10

Bepaal de mogelijke waarde(n) van de parameter k zodat de vergelijking twee oplossingen heeft.

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 11

De uitdrukking kan herschreven worden tot

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 12

Als dan is

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 13

De functie f(x) voldoet aan f(f(x))=x, een mogelijk functievoorschrift voor f(x) is

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 14

De algemene oplossing van wordt gegeven door (met )

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 15

De functie heeft een inverse functie. Bepaal de maximale waarde van a

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 16

Een functie f heeft de volgende twee eigenschappen voor elke waarde van : en: . Een mogelijk functievoorschrift is

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 17

De grafiek van de functie heeft

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 18

Zij met k een parameter. Als dan heeft de parameter k de waarde:

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 19

Als met en dan is gelijk aan

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 20

Neem aan dat a,b>0. Waaraan is de volgende uitdrukking gelijk?

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
Controleer mijn antwoord (3)

vraag 21

Bepaal het functievoorschrift waarvan hier de grafiek gegeven is. Geef ook de transformaties die nodig zijn vertrekkende van de basisgrafiek. .

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 22

gegeven . Bereken x

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 23

De volgende vijf uitdrukkingen nemen verschillende waarden aan als je k vervangt door alle mogelijke gehele getallen. Welke van de vijf zal het minste aantal verschillende waarden aannemen?

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 24

is gelijk aan ...

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 25

Bij deling van de veelterm a x³ - 2 x² + bx - 4 door x -2 is de rest 2. Bij deling van diezelfde veelterm door x -3 is de rest 14. Bepaal de rest bij deling van deze veelterm door x - 1 .

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)

Vraag 26

Als een egelpopulatie elk jaar met 10% afneemt, hoeveel procent van de oorspronkelijke populatie blijft er dan nog over na 5 jaar?

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
Controleer mijn antwoord (3)