Oppervlakte deeldriehoeken
Opdracht (naar Getal en Ruimte, 3 vwo, hoofdstuk 2, opgave 76)
Versleep de blauwe punten A, B en/of C.
Hoe veranderen de oppervlaktes van de zes driehoeken?
Welke driehoek(en) zijn het grootst? Of het kleinst?
Controleer je antwoord met de knop 'toon oppervlaktes'.
Kan je nu een vermoeden over de oppervlaktes formuleren?