Google Classroom
GeoGebraGeoGebra Klaslokaal

gevaarlijke hond

Opgave

De hond ligt met een ketting vast aan de rode hoek van zijn rechthoekig hok.
  • Schilder op de grond met rode verf de grenzen van het gebied dat de hond kan belopen (en waar je dus best buiten blijft.
  • Je wil de ketting net voldoende lang maken opdat de hond overal op minstens een gegeven afstand van zijn hok kan komen. In de figuur is een denkbeeldige groene afsluiting geconstrueerd bij de gegeven afstand (omheining). Hoe lang moet de ketting bij een gegeven afstand minimaal zijn.
  • Bij een veranderende lengte van de ketting, beweegt het verste punt dat de hond kan bereiken aan de "overkant" van waar hij gebonden ligt. Wat is de meetkundige plaats van dat punt? Verwacht je dat het op een (deel van een) rechte beweegt?