Thales

Onderwerp:
Meetkunde
Gegeven is een cirkel met middelpunt M en middellijn AB. Beweeg punt A (en daarmee ook B) en punt C. Wat valt je op?
Opgave 9
  1. Formuleer de stelling.
  2. Geef een bewijs. Hint: teken lijnstuk CM. Of kijk terug naar de stelling van de omtrekshoek.
  3. Geef een bewijs van de omgekeerde stelling van Thales: als hoek C in driehoek ABC recht is, dan ligt C op de cirkel met middellijn AB.