Google Classroom
GeoGebraGeoGebra Klaslokaal

Oefening 29, blz. 99 - Populatie vogels

Het aantal vogels n(t) wordt beschreven door het gegeven voorschrift, met t de tijd in jaren (t=0 is nu); Vragen: a) Wanneer ontstond vermoedelijk deze populatie vogels? b) Wanneer was deze populatie het grootst? Hoeveel vogels waren er dan? c) Hoe groot is de populatie nu? d) Bereken de vermoedelijke populatie binnen 2, 4 en 8 jaar. e) Wanneer begon deze populatie af te nemen? f) Wat gebeurt er op lange termijn? Verklaar wiskundig en grafisch.