Draaibeeld van een figuur
- Auteur:
- Ellen Termote
EIGENSCHAPPEN VAN DRAAIEN
Je kunt figuur ABCD, het centrum en de draaihoek veranderen.
Zo kun je duidelijk merken wat er behouden wordt bij draaien en wat niet.
Een draaiing behoudt: de lengte, de evenwijdigheid, de loodrechte stand, de hoekgrootte.
Een draaiing behoudt ook de oriëntatie van de hoek.